Ik ben zorgverlener, maar geen superheld. Dat wordt me elke dag opnieuw duidelijk. In mijn dagelijks leven vergeet ik wel eens wat ik heb geleerd in mijn opleiding. Dat maakt mij geen slechte zorgverlener, dat maakt mij een mens.
Terwijl ik mijn patiënten moed inspreek en zeg dat de dokters hun uiterste best doen, verkondig ik luid dat dokters stom zijn als ze weer niets vinden bij mijn beste vriendin. Dan ben ik kwaad en is ook mijn vertrouwen weg. Hoe ik ook dagelijks zeg dat het wel goed komt, zelf verlies ik soms de moed. Ik weet vaak de juiste woorden niet te vinden en hoop dat ze tevreden is met mijn aanwezigheid.
Terwijl ik dagelijks vertel hoe mijn patiënten hun grenzen moeten stellen en luisteren naar hun lichaam, ga ik zelf over mijn denkbeeldige lijn. Als ik al een lijn heb getrokken. Terwijl ik energie- en timemanagement hoog in het vaandel draag, lijkt mijn eigen planning nergens naar. En ben ik vaker vermoeid dan goed voor mij is.
Wanneer ik naar het verhaal van mijn patiënten luister, ben ik kritisch. Ik toets hun woorden met wat ik zie of hoor van anderen. Soms voel ik me dan slecht, want ik zou ook graag direct geloofd worden. Maar dat is wat ze mij hebben geleerd. Het is dan ook dubbel zo pijnlijk wanneer een vreemde mij moet wijzen op het gatenkaas-verhaal dat ik direct geloofde van de persoon die ik zo graag heb. Want wat die zei was heilig. Ik heb er zelfs niet aan gedacht om kritisch te zijn. Ik durfde er zelfs niet aan twijfelen. Want wat voor een vriendin zou ik dan zijn.
Uren heb ik al geïnvesteerd om patiënten te leren werken met de computer. Keer op keer uitleggen waar de aan-knop staat en hoe het pijltje echt wel dezelfde beweging maakt als de muis in hun hand. Als mijn grootouders het na twee keer niet begrijpen, verlies ik mijn geduld. Want zij zijn míjn grootouders! Zij moeten dat toch direct begrijpen. Want in mijn hoofd zijn zij nog steeds dezelfde als twintig jaar geleden. Ik weiger resoluut te geloven dat ook zij ouder worden.
Faal ik dan als zorgverlener? Dat laat ik aan anderen over om daarover te beslissen. Maar ik merk meer dan ooit dat een zorgrelatie anders is dan een persoonlijke relatie. In die laatste knijp ik soms een oogje dicht, ben ik persoonlijk betrokken en kan ik alles soms heel oneerlijk vinden.
Ik ben zorgverlener, geen superheld. Maar wel vriendin, zus, (klein)dochter en vooral een mens.
Elke Roox